meer dan dertig jaar achter het prikkeldraad

Riska Ploeger, leerling uit 5 Havo op ’t Carolus Clusius College, is samen met haar docent Duits, Eveline Kester, naar Thailand. Daar gaan ze names het CCC in Zwolle vluchtelingenkampen bezoeken. Ze zullen vooral de onderwijs- en landbouwprojecten bekijken. Onder de vluchtelingen zijn veel kinderen. Zij groeien op zonder enig toekomstperspectief. Stichting ZOA (Zuid Oost Azië) helpt deze kinderen. Riska en Eveline schrijven bijna dagelijks een verslag, hieronder een compilatie van afgelopen weekend.

“Hoi hoi, zaterdag was een topdag! We mochten even echt de toerist uithangen met als gevolg dat we na een klein uur rijden ons op de rug van een olifant bevonden. De tocht was een droom. Eerst door de jungle en daarna een stuk door de rivier. Ook heb ik (Riska) zelf een stukje op de olifant gereden, dat wil zeggen als bestuurder! Hierna hebben we een Middeleeuwse tempel uit de dertiende eeuw bezocht.”

“Vervolgens hadden ze nog een andere verrassing voor ons in petto: tijgers aaien. Riska genoot met name van de aandacht van de begeleider. Ze willen allemaal met haar op de foto! Eveline probeerde met zelfhypnose (het is een koe, het is een koe!) haar angst te overwinnen. Maar toen de mogelijkheid er was om met de kittens te stoeien, mochten we niet… Maar goed ook, want daarna zagen we iemand die gebeten was door het kleine kreng.”

“Gisteravond zijn we flink doorgezakt bij de pooltafel. Eveline ontpopte zich als een waar pooltalent. De beweging was geweldig alleen nu nog de bal raken. Vanavond zal Riska voor het eerst een Thaise massage ondergaan. Dat bleek uiteindelijk een groot succes. ‘Tjeempie, wist niet dat ik nog zo lenig was. Na zo’n uurtje gevierendeeld te worden kon ik na 17 jaar ineens weer de spagaat! Ik voel me net een ophaalbrug.’”

“Na weer een flinke reis hebben we inmiddels al veel van Thailand gezien. Sawa’s, velden vol casave, drakenfruit en suikerriet. Naarmate we zondag dichter bij onze eindbestemming kwamen, Mae Sot, werd de omgeving bergachtiger en de mensen armer. Je kan je bijna niet voorstellen dat mensen in dit soort krotten kunnen wonen. Op het moment van schrijven bevinden we ons op een kilometer afstand van de Thais-Birmese grens. We lazen in de krant dat er nu een VN-afgezant in Birma is. Het is te hopen dat de situatie eindelijk eens gaat veranderen. Mae Sot lijkt uitgestorven. We liepen net terug naar het hotel en zijn niemand tegengekomen. Toeristen zijn er nauwelijks. Wel een beetje griezelig.”

”Morgen gaan we het grootste Karen-vluchtelingenkamp bezoeken, genaamd Mae La. In dit kamp wonen momenteel zo’n 150.000 vluchtelingen, waarvan sommigen al meer dan dertig jaar achter het prikkeldraad zitten. Echt een afschuwelijke gedachte, vooral nu we weten hoe het er allemaal uitziet. We hopen morgen meer persoonlijke verhalen te horen. Ons plan is twee docenten en twee leerlingen een dag te volgen en te interviewen. Het zal een zware dag worden dus we gaan het niet laat maken. Zoals gisteren…”

“We zijn inmiddels begonnen met een bezoek aan het hoofdkantoor van ZOA. Leuk om daar ook weer een keer een Nederlander te spreken. Hierna zijn we naar het kamp gegaan, Mae La. Ons vermoeden werd bevestigd. Wat we te zien kregen was vele malen erger dan wat we ooit hadden kunnen bedenken. Het heeft op ons beiden een enorme inpact gehad. We hadden wel verwacht dat de situatie in dit kamp slechter zou zijn, maar dit sloeg alles.”

“Daken bestaan hier uit een bladerdek, zo lek als een mandje. En dan te bedenken dat hier de regentijd veel heftiger is. De paden waarover we liepen bestonden vaak alleen maar uit een paar zandzakken. Het is nog steeds modderig en sommige stukken zijn moeilijk begaanbaar. Wat ons shockeerde was het feit dat hier zo veel mensen op zo’n kleine ruimte wonen. Ook zagen we veel ondervoede kinderen met hongerbuikjes. Het gevolg was dat we na de middag enigszins gedeprimeerd ons bezoek vervolgden. Het lijkt allemaal zo zinloos. Is wat ZOA doet dan alleen maar een druppel op de gloeiende plaat? Maar zonder hulp zouden ze er nog zoveel slechter aan toe zijn. Voor ons nu niet meer te bevatten.”

“We hebben hier mensen gesproken die hier al 23 jaar in het kamp zitten. Op onze vraag of ze hoop hebben voor de toekomst begint men verlegen te lachen: ‘Nu niet meer.’ Iedereen die we op dit kamp spraken gaf min of meer hetzelfde antwoord. Men gelooft niet meer in een toekomst in Birma. Ook het bezoek van de VN geeft weinig hoop. Toch is men dankbaar voor de zorg en de bescherming in het kamp. Ze hebben hier in ieder geval nog vrijheid van meningsuiting en de mogelijkheid om onderwijs te volgen.”

Groetjes Riska en Eveline

Meer foto's

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.