Om iets na negenen stopte vrijdagochtend de ‘30 minuten campagnebus’ van het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) voor de trappen van het Overijsselse provinciehuis.
Clémence Ross, directeur van NISB, zette voet op Overijsselse bodem en werd hierbij van harte welkom geheten door Gert Ranter, gedeputeerde Sport van de provincie Overijssel, en Bernard Kobes en Hack Goettsch, respectievelijk voorzitter en directeur van de Sportraad Overijssel.
Omringd door fotografen overhandigde de kersverse directeur van het NISB aan Ranter het bord ‘Overijssel beweegt’. De komende periode zal aan alle vijfentwintig Overijsselse gemeenten een zelfde bord met hun eigen plaatsnaam worden overhandigd, samen met een doos gevuld met ondersteunende promotiematerialen.
Het gezelschap trok vervolgens naar binnen, niet alleen om te schuilen voor de fikse regenbuien, maar vooral om kennis te nemen van de manier waarop de provincie Overijssel samen met de Sportraad Overijssel optrekt om de bewoners van Overijssel in beweging te zetten. Extra in de schijnwerpers stond het net gestarte project BOOST- zorg voor bewegen, dat de komende jaren aandacht geeft aan sport en bewegen voor mensen met een chronische aandoening.
De gasten werden ook daadwerkelijk in beweging gezet, samen met een groep mensen met een chronische aandoening, door Sportief Wandelen-instructeur Ronald Hekking uit Zwolle. “Heerlijk”, verzuchtte Ross, “even bewegen, dat doet een mens goed.” De samenwerking tussen NISB en de Sportraad Overijssel werd vervolgens nog formeel bekrachtigd door het ondertekenen van een convenant door Ross en Goettsch.