De 56-jarige Wim Koeslag uit Heino is maandag 14 mei vertrokken, om van zijn droom werkelijkheid te maken: in zijn eentje een 1600 kilometer lange voettocht maken naar het hoge Noorden. Plaats van bestemming is het gehuchtje Felle in Zuid-Noorwegen. Speciaal voor Salland Centraal houdt Koeslag een dagboek bij. Vandaag blikt de Heinoër terug op zijn tweede week.
“De tweede week van mijn wandeltocht is in gegaan. Vorige week zondag rustte ik uit nabij Bourtange, nu ben ik inmiddels in Greetsiel. Ruim 300 kilometer heb ik gelopen. Maandag 21 en dinsdag 22 mei heb ik de laatste twee etappes van het Noaberpad gelopen. Eerst naar Wedde, waar ik gelogeerd heb in ‘Het geheim van de smid’, een leuk Bed & Breakfast adres, en dinsdagavond was ik in Nieuweschans.
Het waren twee mooie etappes met uitzondering van het laatste stuk van Oudeschans naar Nieuweschans. De laatste kilometers wegen het zwaarst? Vanaf Bellingwolde werd het een stuk vlakker en uitgestrekter. Vanaf Wedde naar Bellingwolde echter een heel aantrekkelijk stuk. Dinsdagavond is mijn vrouw Anje gekomen. We hebben samen woensdag het eerste deel van het Noorzeekustpad gelopen. Het is een pad dat voor fietsers is samengesteld. Dat betekent meer asfalt. Ook het gebied is veranderd. Het is vlak en weids. Het pad gaat naar de Noorzeekust en dat betekent hoe dan ook andere vergezichten. We zijn naar Leer gelopen, met de trein terug naar Nieuweschans om de auto op te halen en om vlakbij Leer een logeeradres op te zoeken. Nee, er worden geen kilometers gesmokkeld!
Donderdag moet ik weer alleen op pad. Anje is terug naar Heino, ik ga op weg naar Emden. Het pad loopt langs de rivier Ems. Bij Ditzum ga ik met de pont over en loop dan Emden in. De volgende dag loop ik over de stadswallen van Emden. Dat is heel aardig, prettig lommerrijk en mooie beelden. Deze dag heb ik het moeilijker. Het is soms benauwd en de route is nogal eenzijdig.
Zaterdag 26 mei heb ik het stadje Greetsiel bereikt. Een mooi havenstadje, op toeristen ingesteld. Er liggen vissersboten, die op krabbenvangst uitgaan. De dorpen en steden hebben een lange historie en een aardige structuur en architectuur.
Tot nu toe hebben de weergoden aardig meegewerkt. Ik ben bang dat het morgen minder zal zijn, maar ook hier geldt dat het dicht aan de kust kan meevallen. De derde week komt eraan. Morgen krijg ik waarschijnlijk bezoek van twee vrienden met een zoon van een van hen. Zoiets geeft de mens weer courage.”